De Nieuwe Coenegrachtbode

Nummer 8 | maart 2013

De nieuwe neger?

We hopen dat we u niet aan het schrikken maken door zo unverfroren het woord ‘neger’ te gebruiken, beste lezer, maar we willen graag een punt maken. In januari vroeg bestuursvoorzitter Jeroen Versteeg van Capgemini namelijk vierhonderd oudere werknemers structureel 10 procent van hun salaris in te leveren. Want, zo zei Versteeg: “Er is een mismatch tussen wat mensen verdienen en wat ze kunnen.” Naast boze reacties kreeg Versteeg ook veel bijval. Het ‘taboe’ op demotie van oudere werknemers moest maar eens doorbroken worden, was de teneur.

“Nederland zal als een van de meest open economieën in de wereld concurrerend moeten blijven. Demotie kan daarbij helpen [...]”, schreef Peter de Waard in de Volkskrant. Fleuriëtte van de Velde noemde het in Elsevier ‘dapper’ dat Versteeg deze discussie aanzwengelde en stelde dat bij veel ouderen de productiviteit afneemt: “ze worden langzamer, zijn minder flexibel, vallen vaker uit door ziekte en hebben moeite om hun kennis op peil te houden.” Wie dit zo leest, zou zich kunnen afvragen waarom de overheid zoveel moeite doet ouderen langer aan het werk te houden, maar de echte vraag is natuurlijk: klopt het allemaal wel? Neemt de arbeidsproductiviteit van ouderen echt zo duidelijk af? De redactie vroeg het aan René Schalk, bijzonder hoogleraar Ouderenbeleid aan de universiteit van Tilburg.*

Hoe oud bent u zelf? 
“Ik ben 57.”

Hoe staat het met uw arbeidsproductiviteit?
“Volgens mij heel goed. Wij worden aan de universiteit afgerekend op publicaties: hoeveel artikelen schrijf je in welke bladen? Daar scoor ik heel goed op.”

Is er veel onderzoek gedaan naar de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers?
“Niet specifiek naar de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers, nee. Er zijn wel wat studies gedaan op algemener niveau. Bij de Volvo-fabrieken in Zweden, bijvoorbeeld. Daar is gekeken naar de samenstelling van de teams die auto’s maken. Je zou kunnen verwachten dat teams met een hogere gemiddelde leeftijd een lagere productiviteit zouden hebben. Dat bleek absoluut niet het geval te zijn. Teams die qua leeftijdsopbouw evenredig waren samengesteld, functioneerden het beste.”

Dat roept de vraag op: waar komen al die aannames vandaan dat de arbeidsproductiviteit van ouderen lager zou zijn?
“Dat is lastig te zeggen. Bepaalde dingen veranderen natuurlijk wel bij het ouder worden. Een belangrijk onderscheid als je kijkt naar wat mensen kunnen, naar hun vermogens, is het onderscheid tussen wat we noemen vloeiende vermogens en vaste vermogens. Vaste vermogens hebben te maken met ervaring, met kennis, met inzicht in de effecten van de besluiten die je neemt. Die vermogens nemen met het ouder worden toe. Daarnaast heb je vloeiende vermogens. Die hebben te maken met de snelheid waarmee je dingen kunt doen, met de vraag of je meer dingen tegelijk kunt doen en hoe goed je geheugen is. Die vermogens nemen in zijn algemeenheid af bij het ouder worden. Het is afhankelijk van het soort werk dat je doet of de afname van de vloeiende vermogens echt een probleem is: in sommige functies zal dat wel het geval zijn, in andere niet. Het blijkt dat in de meeste functies die twee effecten - de toename van de vaste vermogens en afname van de vloeiende vermogens - tegen elkaar wegvallen. Simpel gezegd: gemiddeld genomen blijft de arbeidsproductiviteit met het veranderen van de leeftijd gelijk.”

Here comes the sun

We weten niet waardoor het komt, beste lezer, maar we voelen de sterk de aandrang deze Nieuwe Coenegrachtbode te eindigen met iets aangenaams. Zoiets als dit, bijvoorbeeld. En het is helemaal niet ver weg: in het Bois de la Cambre (of Ter Kamerenbos) in Brussel.

Coenegracht | tekst en communicatieproducties

 Sonnevillelunet 5a, Maastricht | info@coenegracht.com | M 06-51 222 154